stamhoofd

stamhoofd

Het stamhoofd was de eerste 80 jaren van zijn leven een groot man geweest, fysiek gezien.
Het duurde daarom een tijdje voor we doorkregen dat hij oud werd. De laatste jaren kroop de zwaartekracht in zijn nek, schouders, gemoed en hoofd. Hij zit nu graag comfortabel.

Temidden van zijn afstammelingen neemt hij plaats op zijn stoel.

Het wordt stil als het stamhoofd uit zijn jas een stapel enveloppen in zijn rechterhand tovert.

Eén per één roept hij de afstammelingen bij zich en overhandigt de met bankbiljetten gevulde enveloppen.

Terug op hun plaats piepen de afstammelingen in hun enveloppe.

Het is weer een mooi jaar geweest.

Ze weten zelf nooit zo goed wat ze met dit ritueel moeten.

Hun enveloppen belanden in handtassen of broekzakken.

Als alles uitgedeeld is, staat het stamhoofd recht.

“Ik heb geen fijne mededeling”

In de stilte die daarop volgt komen beelden van tumoren, hartritmestoornissen, kankergezwellen, uitzaaiingen en ingrepen allerlei. Enkele hoofden kleuren wit. Hij neemt een gerekte stilte voordat hij zijn verhaal begint.

Hij heeft het over pensioenen, over grafieken, over minima, over te weinig volgens de norm,over huishoudelijke objecten die vervangen moesten worden, over alles waar journaals mee pronken. Een soort samenvatting geeft hij. Hij zegt ook dat hij is gaan tellen en dat dit de laatste gevulde enveloppen zullen zijn. Volgend jaar zal iedereen enveloppen krijgen maar met lucht.

Ik denk aan een gesprek dat ik een avond eerder had. Dat gesprek ging over hoe de wereld te redden viel. Eén van de conclusies die viel, was dat we allemaal met minder tevreden moesten zijn. Dat was een noodzaak om deze planeet te redden.

Alle afstammelingen waren opgelucht, ook zij wisten dat dit een eindig verhaal was. Woorden als eindelijk kwamen uit monden. Het stamhoofd was niet iemand die een lage status nam. Ook nu niet. Geen medelij nodig.  Beelden over zijn toekomst kwamen. Hij was nog niet op zijn einde gelopen. Gelukkig maar.