Bloemschikken deden we allemaal.
Maar mijn tante, oh zij deed het ook met mos.
Soms ging ze dat plukken uit Waalse bossen.
Illegaal natuurlijk.
Want mos is beschermd.
De bloemschikstukken voor op de graven kopen we nu gewoon in winkels.
Gisteren liepen zij en ik door het bos.
De avond was aan het vallen.
Het miezerde maar dat maakte het nog beter.
Zij ging foto’s maken van mos dat over omgevallen boomstronken woekerde.
Zij en ik vinden dat beide mooi.
Mossige toestanden.
We begrijpen het bijvoorbeeld niet dat mensen zeuren over mos tussen hun gras.
“Vroeger was er helemaal niet zoveel mos” ,zei zij.
“Niet?” bedacht ik, “toen zagen we het gewoon niet”.
We hadden er vermoedelijk geen oog voor.
We hadden toen oog voor andere zaken hoewel ik nu niet kan bedenken waarvoor we toen oog hadden. Misschien takken om deze met zakmessen om te bouwen tot wandelstokken. Wat ook raar is op jonge leeftijd, dat te willen, een wandelstok. Maar het ging toen meer om het kerven met scherpe messen. Vermoed ik.
Maar wat als we toen het mos niet zagen, wat zien we nu dan niet?